- change
- n. verandering, wijziging; wisselgeld, kleingeld--------v. wijzigen, veranderen; wisselen; zich verkleden; overstappenchange1[ tsjeendzj] 〈zelfstandig naamwoord〉1 verandering ⇒ ver/afwisseling, overgang, variatie2 verschoning ⇒ (stel) schone kleren3 verversing4 〈verkeer〉het overstappen5 wisselgeld6 kleingeld7 〈Change〉de Beurs♦voorbeelden:1 a change for the better/worse • een verandering ten goede/kwadechange of heart • bekering, verandering van ideeënthe change of seasons • de wisseling der seizoenenfor a change • voor de verandering/afwisseling2 a change of shirt • een schoon hemd3 a change of oil • nieuwe olie4 I had a change between L. and M. • tussen L. en M. moest ik overstappen5 keep the change! • laat maar zitten!6 give/ 〈Amerikaans-Engels ook〉 make change for a banknote • een briefje wisselen¶ change of life • overgang(sjaren)〈informeel〉 get no change out of someone • geen cent wijzer worden van iemand〈informeel〉 give someone change • iemand lik op stuk gevenring the changes on something • iets op alle mogelijke manieren aanpakken; niet uitgepraat raken over iets〈Brits-Engels; informeel〉 ring the changes • veranderen, het anders aanpakkenthe change • overgang(sjaren)————————change2I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 veranderen ⇒ anders worden, wisselen2 zich verkleden ⇒ andere/schone kleren aantrekken3 overstappen4 〈techniek, technologie〉schakelen ⇒ van versnelling veranderen♦voorbeelden:1 his voice is changing • zijn stem is aan het wisselen/brekenchange back into • weer veranderen inchange from a child into a man • van een kind een man worden2 change into something comfortable • iets gemakkelijks aandoen3 change to a boat • overstappen op een boot4 change down • terugschakelenchange up • (naar een hogere versnelling) schakelenchange into second gear • in zijn twee zetten→ change overchange over/II 〈overgankelijk werkwoord〉1 veranderen ⇒ anders maken, transformeren2 (om/ver)ruilen ⇒ (om/ver)wisselen3 〈geldwezen〉(om)wisselen4 verschonen♦voorbeelden:2 change one's clothes • zich omkledenchange gear • (over)schakelenchange oil • olie verversenchange something for something else • iets (om)ruilen (voor iets anders)3 change pounds into francs • ponden (om)wisselen in franken4 change a baby • een baby een schone luier aandoenchange the bed • het beddengoed verschonen
English-Dutch dictionary. 2013.